Niet alleen de biologische ontwikkeling, maar juist ook de interactie met de omgeving maken dat kinderen patronen ontwikkelen die hen helpen om zich staande te houden in deze wereld. Deze patronen of mechanismen zijn functioneel, maar kunnen de ontwikkeling ook in de weg staan. Het streven is om een kind en de brede context bewust te maken van de sterke en minder sterke kanten, de eigen grenzen en de behoeften. Hier grip op krijgen draagt bij aan de motivatie en de ruggensteun die een kind nodig heeft om ontwikkelprocessen aan te gaan.
Afhankelijk van de leeftijd en de hulpvraag zou een traject de volgende elementen in zich kunnen dragen:
• Intake
• Ontwikkelingsanamnese
• Intelligentieonderzoek
• Psychologisch onderzoek
• (Gedrags)observatie binnen de relevante context
• Adviesgesprek
• Psycho-educatie
• Behandeling kind
• Ouderbegeleiding
Als vanzelfsprekend ben ik laagdrempelig beschikbaar om aan te sluiten bij intercollegiaal overleg. De mogelijkheid tot consultaties met aanvullende disciplines in de regio zorgt voor korte lijntjes in de beeldvorming en een groter aanbod van passende behandelopties.
Wechsler Intelligence Scale for Children 5th Edition (WISC-V-NL)
De WISC-V-NL is een veel gebruikte intelligentietest, geschikt voor kinderen in de leeftijd van 6 tot en met 16 jaar. Hiermee kan betrouwbaar een sterkte-zwakte profiel van vaardigheden binnen het intelligentieprofiel in kaart worden gebracht. Bij de bepaling van het Totaal IQ komen de onderdelen Verbaal Begrip, Visueel Ruimtelijk Redeneren, Fluïd Redeneren, Werkgeheugen en Verwerkingssnelheid aan bod (bron: Pearson Clinical). Hierin worden onder andere vaardigheden gemeten die een beroep doen op Fluïde Intelligentie, Gekristalliseerde Intelligentie en Executieve Functies.
Kinder IQ Test Plus (KIQT+)
Voor kinderen met een variatie in cognitie kan de KIQT+ een goede manier zijn om een deel van de cognitieve capaciteiten in beeld te brengen. De KIQT+ is een intelligentietest voor kinderen in Nederland en Vlaanderen in de leeftijd van 5 jaar tot en met 10 jaar met een (vermoedelijk) bovengemiddelde intelligentie. Het meetbereik van de KIQT+ ligt dan ook hoger dan bij de meeste andere intelligentietesten en gaat van IQ 105 tot IQ 170. De KIQT+ is hiermee bij voorkeur geschikt om bij (vermoedelijk) (hoog)begaafde kinderen de algemene intelligentie in kaart te brengen (bron: SCALIQ). De test heeft als doel om het algemene intelligentieniveau zo nauwkeurig mogelijk te meten, door subtesten te gebruiken die de ‘g-factor’ zo dicht mogelijk benaderen. De subtesten binnen de onderdelen Fluïde Redeneren, Visueel Ruimtelijk Redeneren en Kwantitatief Redeneren doen een beroep op de Fluïde Intelligentie: het algemene probleemoplossingsvermogen dat kinderen van nature bezitten. De moeilijkheidsgraad van de opgaven loopt snel op in vergelijking met andere intelligentietesten, waardoor de motivatie van (vermoedelijk) hoogbegaafde kinderen sterk wordt aangesproken. Door het weglaten van een tijdslimiet bij de beantwoording van de opgaven, kunnen diepe denkers toekomen aan hun eigen specifieke nadenkproces. De test is tevens geschikt voor kinderen met AD(H)D, ASS, verminderd gehoor, kleurenblindheid, dyslexie, dyscalculie, faalangst, perfectionisme of moeite met tijdsdruk. De KIQT+ wordt bij voorkeur ingezet als onderdeel van of ter aanvulling op bredere beeldvorming.
Het Autistische Denken
Met het in kaart brengen van de cognitieve capaciteiten en het executief functioneren is de puzzel nog niet altijd gelegd. Wanneer er iets aan de hand lijkt te zijn bij een kind of jongere waar de omgeving de vinger niet helemaal op weet te leggen, kan een theorie zijn dat er (tevens) sprake is van een autistisch denkprofiel. Met de Toolbox Het Autistisch Denken van Adi van den Brande kan een laagje dieper worden gekeken naar enkele factoren die hiermee gemoeid gaan. In een beschrijvend proces kunnen de centrale coherentie, het executief functioneren en de theorie of mind worden verkend en indien van toepassing worden geïntegreerd in een advies op maat.
De impact van visuele waarnemingsproblematiek
De visuele waarneming speelt een centrale rol in hoe we de wereld om ons heen beleven en begrijpen. Visuele informatie wordt via de ogen in het brein verwerkt en vormt daarmee een belangrijke basis voor een groot aantal cognitieve, executieve en metacognitieve processen (zie afbeelding Emiel van Doorn / StiBCO).
Informatierijke input
Visuele waarneming leidt een enorme hoeveelheid informatie naar onze hersenen. Bijvoorbeeld over de vormen, kleuren, bewegingen en locaties van objecten en mensen in onze omgeving.
Oriëntatie en navigatie
Het maakt het mogelijk om onze positie in de ruimte te kunnen inschatten. Het helpt bij het beoordelen van afstanden, het herkennen van routes en het vermijden van obstakels.
Objectherkenning
Visuele waarneming stelt ons in staat om objecten te herkennen, van de gezichten van onze dierbaren tot het voedsel op ons bord.
Sociale interactie
Het ondersteunt het vermogen om gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal te lezen en te interpreteren. Dit is essentieel voor menselijke interactie en communicatie.
Probleemoplossing
Visuele waarneming helpt bij het oplossen van problemen en het nemen van beslissingen, zoals het identificeren van een passende strategie om een taak uit te voeren.
Wanneer de oogfunctie of oogsamenwerking niet optimaal is, kan dit klachten geven die lees-, aandachts- of gedragsproblematiek doet vermoeden. Immers, wanneer een kind al een heel leven met de (subtiele) visuele beperking leeft, hoeft het zelf geen actief visueel probleem te ervaren. Het is daarom extra belangrijk dat de omgeving hier alert op is.
Worden onderstaande symptomen gesignaleerd, dan neem ik de visuele informatieverwerking mee als hypothese en zoek ik de multidisciplinaire samenwerking op voor een bredere beeldvorming. De impact van een relatief klein probleem in de (visuele) waarneming kan groter zijn dan je wellicht zou vermoeden, waarbij passende ondersteuning noodzakelijk is.
• Concentratie- en gedragsproblemen
• Omdraaien van cijfers, letters of woorden
• Langzaam spellend en radend lezen
• Moeilijkheden met begrijpend lezen
• Overslaan van letters, woorden of regels
• Samentrekken van letters van verschillende woorden tot een nieuw woord
• Een slordig handschrift
• Oog-hand coördinatieproblemen
• Hoofdpijn, vermoeidheid, nek- en/of rugklachten
• Branderige, jeukende of tranende ogen bij visuele inspanning
• Overgevoeligheid voor geluid of andere zintuigen
NB. Wanneer de hulpvraag is gericht op het stellen van een DSM-V diagnose of wanneer er sprake is van specialistische of multi problematiek, dan verwijs ik je graag door naar meer passende hulpverlening.